Baby veilig inbakeren
Baby - Slapen

Hoe kan ik mijn baby veilig inbakeren?

Bij pasgeboren baby’s kiezen ouders er soms voor om hun kleintje te gaan inbakeren. Dit wordt vooral gedaan bij kleintjes die slecht slapen of erg wild zijn met hun armpjes en beentjes. Maar hoe kan je jouw baby veilig inbakeren?

Inbakeren is eigenlijk een soort inpakken van je baby als een klein pakketje. Hierdoor voelt je baby zich geborgen en veilig. In de baarmoeder heeft je kindje vrij weinig ruimte en zit je kleintje constant in een soort veilige cocon. Dit gevoel mist je kleintje vaak na de geboorte en dit kan soms voor een huilbaby zorgen.

Als je kindje vrij onrustig is en niet wil slapen, dan kan inbakeren helpen. Het kan een manier zijn om je kindje rustig te krijgen. Je kleintje heeft in het begin nog geen goede controle over z’n arm en beenspieren. Hierdoor kunnen er onverwachte bewegingen zijn.

Dankzij inbakeren kan je kindje geen grote bewegingen maken. Hierdoor kan je kleintje beter doorslapen en maakt hij of zij zichzelf niet meer wakker. Baby’s die zichzelf steeds wakker houden kunnen rust vinden met inbakeren.

Perfect hulpmiddel

Inbakeren kan een perfect hulpmiddel zijn om je kleintje rustig te krijgen. Hou er alleen wel rekening mee dat je het maar tijdelijk mag gebruiken. Je mag inbakeren alleen de eerste maanden van je kleintje gebruiken.

Het advies is ook om je kindje in de kraamtijd nog niet te gaan inbakeren. Dit is juist een moment om aan elkaar te wennen en lekker te gaan knuffelen. Het is belangrijk om hierbij vooral fysiek contact bij elkaar te gebruiken en niet te gaan inbakeren.

Voor jullie als ouder is de kraamtijd ook een periode om de verschillende huiltjes te leren. Door je kindje lekker veilig te gaan inbakeren huilt je kindje minder. Dit is prettig, maar ook lastig omdat je de signalen voor honger en vermoeidheid niet leert onderscheiden.

Baby veilig inbakeren tot maximaal 6 maanden

Na een paar weken mag je beginnen met inbakeren van je kleintje. Dit mag je tot maximaal 6 maanden bij je kleintje doen. Vanaf 4 maanden wordt het advies gegeven om het inbakeren af te bouwen, vooral omdat je kleintje nu gewend is om op deze manier te slapen.

Maar waarom mag je vanaf 6 maanden je kindje niet meer inbakeren? Vanaf 6 maanden leert je kindje rollen en zelfstandig draaien en bewegen. Als je kindje ingebakerd is en omrolt kan je kleintje niet meer terugrollen. Hierdoor loop je het risico dat je kindje stikt in het matras.

Natuurlijk ontwikkelt elk kindje zich op z’n eigen tempo. Het kan dus best zijn dat jouw kleintje al veel eerder leert omrollen. Hou dit goed in de gaten en bouw het inbakeren op tijd af. Als je baby in het bedje al probeert om te draaien op de buik, dan moet je zelfs direct stoppen met inbakeren.

Tijdelijk Inbakeren

Tijdelijk inbakeren

Hou er ook rekening mee dat inbakeren een tijdelijk hulpmiddel is, maar geen oplossing. Soms blijkt er een reden te zijn waarom je kleintje veel huilt. Door je kindje te gaan inbakeren mis je misschien signalen die belangrijk zijn om de oorzaak te achterhalen.

Stel je kleintje heeft veel last van krampjes. Door te gaan inbakeren heeft je kindje vrijwel nergens meer last van. De krampjes worden hierdoor verlicht. Maar als de oorzaak van de krampjes een voedselallergie is, dan kom je hier vaak vrij laat achter. Probeer dus altijd eerst een oorzaak te vinden voor je gaat inbakeren.

Voor je gaat inbakeren is het slim dat je goed weet wat je doet en je dit veilig doet. Hieronder leggen we uit hoe je kleintje het beste kan inbakeren. Voor het inbakeren maak je gebruik van een dunne doek. bijvoorbeeld een hydrofiele luier, maar je kan ook een speciale inbakerdoek gebruiken. Het is belangrijk dat de doek kan ademen en niet te warm is. Het voordeel van een inbakerdoek is dat je zelf iets minder hoeft te vouwen.

Vouwmethode inbakeren

Als je zelf met een doek aan de slag gaat, ga dan als volgt te werk: Leg je doek met een punt naar boven en vouw de bovenste punt naar binnen. Op de vouw rand leg je de schouders van je kindje. Zorg ervoor dat je kindje in het midden ligt. Sla nu de zijkant van de doek om het armpje heen en stop de punt onder het ruggetje van je kindje. Sla nu de andere zijkant van de doek over het andere armpje heen en wikkel deze ook achter de rug van het kindje.

Rol je kindje iets opzij en vouw de doek helemaal onder je kindje door. Je hebt nu een soort bundeltje. Zorg ervoor dat de doek rond de armpjes strak zit en bij de beentjes wat losser. Sommige ouders kiezen ervoor om één armpje los te houden. Zo kan je kleintje nog aan het duimpje zuigen mocht je kindje dit fijn vinden.

Inbakerdoek

Lijkt het je wat ingewikkeld om met een doek te werken, of ben je bang dat het toch verkeerd kan gaan, dan kan je kiezen voor een speciale inbakerdoek. Met de inbakerdoek vouw je met behulp van de gebruiksaanwijzing en de aanwezige klittenband je baby op de juiste wijze in, zodat er niets mis kan gaan.

Inbakerslaapzak

Nog een alternatief is een inbakerslaapzak. De inbakerslaapzak sluit je met een rits en de armpjes zitten wel in de slaapzak, maar niet zo strak. Zo is je hele baby niet heel strak ingebakerd, maar hij kan niet meer met zijn armpjes zwaaien. Maar juist omdat je baby meer bewegingsvrijheid heeft wordt er mede door de consumentenbond geadviseerd om inbakerslaapzakjes te gebruiken tot je baby begint met draaien, of tot een leeftijd van maximaal 3 manden. Als baby’s gaan rollen in een inbakerslaapzak is het moeilijk om terug te rollen en dat levert een gevaar op voor je baby.

Controleer temperatuur

Check bij het inbakeren wel altijd goed de temperatuur. Je kindje mag het niet te warm krijgen. Soms kan je beter eerst je kindje even proberen te troosten voor je overgaat op inbakeren. Is het zomer en warm? Dan kan je prima inbakeren terwijl je kleintje alleen een rompertje aan heeft.

Speciaal voor baby katoen is er een systeem ontwikkelt waarmee ouders weten bij welke temperatuur ze welke kleding of inbakerdoeken nodig hebben. Elke inbakerdoek heeft een TOG waarde. Dit is een puntensysteem waarmee wordt aangegeven hoe warm de doek is.

In de zomermaanden en bij een temperatuur tussen de 20 en 24 graden is een TOG van 1.0 of lager prima. In het voorjaar en herfst bij 18 tot 21 graden kan je een TOG van 1.3 of 1.7 nemen. In de winter kies je bij 16 tot 20 graden voor een TOG van 2.3 of 2.5 of hoger.

TOG temperaturen gaan uit van de temperaturen binnenshuis. Is het bijvoorbeeld winter maar op de slaapkamer 23 graden? Dan heb je eigenlijk geen winterslaapzak nodig. Je baby kan het dan zelfs te warm krijgen en dit moet je proberen te voorkomen.

Als je van plan bent om te gaan inbakeren, dan adviseer ik je wel eerst te overleggen met een expert. Bijvoorbeeld een consultatiebureau. Een consultatiebureau kan kijken of er geen andere oorzaak is. Maar een consultatiebureau kan je ook laten zien hoe je een kleintje het beste kan inbakeren.

Na 4 maanden afbouwen

Als je kindje vier maanden oud is wordt het advies gegeven om het inbakeren te gaan afbouwen. Als de ontwikkeling van je kleintje iets sneller dan gemiddeld gaat, dan kan je al eerder gaan afbouwen. Het is verstandig om het afbouwen vooral te doen op de rustige dagen. Op dagen waarbij er geen drukke activiteiten of planning is. Zo kunnen externe prikkels geen invloed hebben op het afbouwen.

Zorg ervoor dat het naar bed gaan ritueel hetzelfde blijft. Je baby vindt regelmaat en rust belangrijk. Als je dit buiten het inbakeren gaat aanpassen, dan is de kans op een onrustige baby groot.

Vindt je het kindje het toch lastig om niet meer ingebakerd te worden? Dan zijn er nog wel alternatieven om je kindje geborgenheid te geven. Je kan bijvoorbeeld je kindje in het bedje leggen en deze vrij strak opmaken. Een strak beddengoed kan hetzelfde effect hebben als inbakeren, maar geeft meer bewegingsruimte.

Nog een alternatief voor inbakeren is het gebruik van een slaapzak. Een slaapzak is geen inbakerdoek, maar geeft je kleintje wel dezelfde geborgenheid. Voor veel kindjes is de trappelzak een fijn alternatief voor inbakeren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *